artikel 7 672 burgerlijk wetboek
Toepassingsgebied Artikel 7:672 BW
Artikel 7:672 BW is van toepassing op alle werknemers die in Nederland werken, ongeacht of ze een vast of tijdelijk contract hebben. Het artikel geldt ook voor oproepkrachten en uitzendkrachten, maar de vakantierechten van deze werknemers kunnen anders zijn dan die van vaste medewerkers.
Recht op vakantie tijdens ziekte van de werknemer
Wanneer een werknemer ziek is tijdens zijn vakantie, mag hij deze dagen later opnemen. In artikel 7:636 BW is vastgelegd dat de werknemer recht heeft op hetzelfde aantal vakantiedagen als vooraf was vastgesteld. Deze dagen worden opgeschort en de werknemer kan ze later opnemen. De werknemer zelf moet dit wel binnen 6 maanden na het einde van de ziekte melden bij de werkgever, anders vervallen de opgespaarde vakantiedagen.
Het recht op loonbetaling tijdens de vakantieperiode
Tijdens de vakantieperiode heeft de werknemer recht op loonbetaling. Dit is vastgelegd in artikel 7:634 BW. Het salaris dat de werknemer tijdens zijn vakantiedagen ontvangt, moet hetzelfde zijn als het salaris dat hij zou hebben ontvangen als hij naar werk was gekomen. De vakantiedagen mogen niet worden afgetrokken van het salaris van de werknemer. Wel mag er in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij overuren, worden besloten om deze niet mee te tellen tijdens de vakantieperiode.
Verjaringstermijnen bij vakantiedagen
In Nederland hebben werknemers recht op een minimum aantal vakantiedagen per jaar. Dit aantal is vastgelegd in artikel 7:634a BW. Het gaat om vier keer het aantal overeengekomen arbeidsdagen per week. Dit betekent dat een werknemer die vijf dagen per week werkt, per jaar recht heeft op twintig vakantiedagen. Een werknemer die zes dagen per week werkt, heeft recht op vierentwintig vakantiedagen per jaar.
Vakantiedagen kunnen worden opgespaard, maar er is wel een verjaringstermijn van vijf jaar van toepassing. Dit betekent dat de werknemer zijn opgespaarde vakantiedagen binnen vijf jaar moet gebruiken, anders vervallen deze. Een werkgever die de werknemer niet in de gelegenheid stelt om vakantiedagen op te nemen, kan worden aangesproken op zijn verplichting om de werknemer in staat te stellen om vakantie op te nemen.
Einde van de arbeidsovereenkomst en vakantiedagen
Wanneer een arbeidsovereenkomst eindigt, heeft de werknemer recht op uitbetaling van zijn nog niet opgenomen vakantiedagen. Dit is vastgelegd in artikel 7:641 BW. De werkgever moet deze dagen uitbetalen samen met het laatste salaris. Het is niet mogelijk om de vakantiedagen te laten vervallen.
Overdracht van vakantiedagen bij overgang van onderneming
Bij een overgang van onderneming gaan de vakantiedagen van de werknemer mee over naar de nieuwe werkgever. Dit is vastgelegd in artikel 7:664 BW. Dit betekent dat de werknemer zijn nog niet opgenomen vakantiedagen ook bij de nieuwe werkgever kan opnemen. De nieuwe werkgever mag de werknemer niet verplichten om de vakantiedagen meteen op te nemen.
Vaststellen van de omvang van het vakantiedagenrecht
De omvang van het vakantiedagenrecht wordt vastgesteld op basis van de overeengekomen arbeidsduur per week. Het aantal vakantiedagen dat een werknemer heeft, wordt dus bepaald door het aantal dagen dat hij per week werkt. In de cao kunnen hiervan afwijkende afspraken worden vastgelegd.
Verhouding tussen vakantie en ziekte tijdens de arbeidsovereenkomst
In artikel 7:629 BW is vastgelegd dat een werknemer die ziek is, recht heeft op doorbetaling van zijn loon. Dit geldt ook tijdens vakantie. Als een werknemer tijdens zijn vakantie ziek wordt, kan hij deze dagen later opnemen. Deze dagen worden dan opgeschort tot na zijn ziekteperiode.
Artikel 7:672 BW en het Burgerlijk Wetboek Ontslag
Artikel 7:672 BW is van toepassing op alle werknemers, ongeacht of ze vanwege de werkgever zijn ontslagen of zelf ontslag hebben genomen. Bij ontslag heeft de werknemer recht op uitbetaling van zijn nog niet opgenomen vakantiedagen.
Artikel 7:669 BW regelt de gronden voor ontslag. Een werkgever mag een werknemer alleen ontslaan als er sprake is van een redelijke grond, zoals disfunctioneren of een verstoorde arbeidsrelatie.
Artikel 7:668a BW verplicht werkgevers om werknemers schriftelijk te informeren over de resterende vakantiedagen wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd.
Aan artikel 7:678 BW is een opzeggingsverbod aan werkgevers opgenomen. Dit verbod betekent dat een werkgever de werknemer niet mag ontslaan als de werknemer zijn of haar grondrechten uitoefent, bijvoorbeeld het recht op vakantie.
Cao Burgerlijk Wetboek Artikel 7:672 BW
In een cao kunnen specifieke afspraken worden vastgelegd over het recht op vakantie, bijvoorbeeld over het aantal verplichte vakantiedagen en de verjaringstermijn van vakantiedagen. Werkgevers en werknemers zijn verplicht om zich aan de afspraken in de cao te houden.
FAQs
1. Hoeveel vakantiedagen heb ik recht op?
Het aantal vakantiedagen waar een werknemer recht op heeft, is afhankelijk van het aantal dagen dat hij of zij per week werkt. Een werknemer die vijf dagen per week werkt, heeft per jaar recht op twintig vakantiedagen. Een werknemer die zes dagen per week werkt, heeft per jaar recht op vierentwintig vakantiedagen.
2. Wat gebeurt er met mijn vakantiedagen als ik ziek ben?
Als een werknemer ziek wordt tijdens zijn vakantie, mag hij deze dagen later opnemen. De werknemer moet zelf binnen 6 maanden na het einde van zijn ziekte melden bij de werkgever dat hij zijn vakantiedagen wil opnemen.
3. Kan mijn werkgever mij verplichten om vakantiedagen op te nemen?
Een werkgever mag een werknemer niet verplichten om vakantiedagen op te nemen, tenzij hierover specifieke afspraken zijn vastgelegd in de cao. Ook mag een werkgever een werknemer niet dwingen om zijn vakantiedagen op te nemen tijdens zijn ziekteperiode.
4. Wat gebeurt er met mijn vakantiedagen als ik van werkgever verander?
Als een werknemer van werkgever verandert, gaan zijn vakantiedagen mee over naar de nieuwe werkgever. De werknemer kan zijn nog niet opgenomen vakantiedagen ook bij de nieuwe werkgever opnemen.
5. Hoe lang blijven mijn vakantiedagen geldig?
Vakantiedagen zijn vijf jaar geldig. Dit betekent dat de werknemer zijn opgespaarde vakantiedagen binnen vijf jaar moet opnemen, anders vervallen deze.
Conclusie
Artikel 7:672 BW regelt het recht op vakantie voor werknemers in Nederland. Het artikel bevat bepalingen over het recht op vakantie tijdens ziekte, het recht op loonbetaling tijdens vakantie, verjaringstermijnen bij vakantiedagen en het overdragen van vakantiedagen bij een overgang van onderneming. Het aantal vakantiedagen waar een werknemer recht op heeft, is afhankelijk van het aantal dagen dat hij of zij per week werkt. Vakantiedagen zijn vijf jaar geldig, tenzij hierover andere afspraken zijn gemaakt in de cao. Werkgevers en werknemers zijn verplicht om zich aan de afspraken in de cao te houden. Bij ontslag heeft de werknemer recht op uitbetaling van zijn nog niet opgenomen vakantiedagen.
Keywords searched by users: artikel 7 672 burgerlijk wetboek artikel 7:672 van het burgerlijk wetboek, boek 7 bw, artikel 7:673 bw, burgerlijk wetboek ontslag, art 7 669 bw, 7:668a bw, ontslag artikel 7 678 bw, cao burgerlijk wetboek
Categories: Top 79 artikel 7 672 burgerlijk wetboek
Wolters Kluwer Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek
Wat is Artikel 7 672?
Artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek bevat de wettelijke bepalingen met betrekking tot de opzegtermijn voor een arbeidsovereenkomst. De bepaling beschrijft de minimale opzegtermijnen die van toepassing zijn op werkgevers en werknemers in verschillende soorten dienstverbanden.
De opzegtermijn is bedoeld om zowel werkgevers als werknemers voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op het einde van de arbeidsrelatie en om beide partijen de mogelijkheid te geven om op zoek te gaan naar een nieuwe baan of een nieuwe werknemer.
In Nederland zijn de regels over de opzegtermijn vastgelegd in de wet en worden ze door de rechter strikt gehandhaafd. Als een werkgever of werknemer zich niet houdt aan de wettelijke opzegtermijn, kan dit leiden tot ernstige juridische en financiële consequenties.
Opzegtermijnen voor werkgevers
Werkgevers die een arbeidsovereenkomst willen beëindigen, moeten zich houden aan de opzegtermijn die in de wet is vastgesteld. Het exacte aantal dagen dat een werkgever in acht moet nemen, is afhankelijk van het aantal jaren dat de werknemer in dienst is.
Voor werknemers met een dienstverband van minder dan vijf jaar geldt een opzegtermijn van één maand. Voor werknemers die meer dan vijf jaar in dienst zijn, gelden de volgende opzegtermijnen:
– Vijf jaar of meer maar minder dan tien jaar in dienst: twee maanden opzegtermijn
– Tien jaar of meer maar minder dan vijftien jaar in dienst: drie maanden opzegtermijn
– Vijftien jaar of meer in dienst: vier maanden opzegtermijn
In sommige gevallen kan de opzegtermijn korter zijn dan de wettelijke minima, bijvoorbeeld als dit is opgenomen in de cao of de arbeidsovereenkomst. Dit moet echter wel schriftelijk worden overeengekomen tussen werkgever en werknemer.
Opzegtermijnen voor werknemers
Werknemers die zelf hun arbeidsovereenkomst willen opzeggen, moeten zich ook houden aan de opzegtermijn die in de wet is vastgesteld. Ook hier geldt dat het exacte aantal dagen afhankelijk is van de duur van het dienstverband.
Een werknemer met een dienstverband van minder dan vijf jaar heeft een opzegtermijn van één maand. Voor werknemers die langer dan vijf jaar in dienst zijn, gelden de volgende opzegtermijnen:
– Langer dan vijf jaar maar korter dan tien jaar in dienst: één maand en één week opzegtermijn
– Langer dan tien jaar maar korter dan vijftien jaar in dienst: één maand en twee weken opzegtermijn
– Langer dan vijftien jaar in dienst: één maand en vier weken opzegtermijn
Net als bij werkgevers geldt hier dat de opzegtermijn korter kan zijn als dit is overeengekomen in de cao of de arbeidsovereenkomst.
Ontslag met wederzijds goedvinden
In sommige gevallen wordt een arbeidsovereenkomst beëindigd met wederzijds goedvinden. Dit betekent dat werkgever en werknemer samen overeenkomen dat het dienstverband wordt beëindigd en dat er dus geen sprake is van een opzegging door één van beide partijen.
Bij een beëindiging met wederzijds goedvinden kan er worden afgeweken van de opzegtermijn die in de wet is vastgesteld. Dit moet echter wel schriftelijk worden overeengekomen tussen werkgever en werknemer. Ook moeten beide partijen instemmen met de beëindiging en de voorwaarden die hieraan verbonden zijn.
FAQs
Hieronder vindt u een aantal veelgestelde vragen over Artikel 7:672.
Wat gebeurt er als de opzegtermijn niet wordt nageleefd?
Als een werkgever of werknemer zich niet houdt aan de wettelijke opzegtermijn, kan dit leiden tot financiële consequenties. De partij die zich niet aan de opzegtermijn houdt, kan namelijk worden verplicht om een schadevergoeding te betalen aan de andere partij. Deze schadevergoeding kan oplopen tot een bedrag gelijk aan het salaris voor de periode dat de opzegtermijn niet in acht is genomen.
Kan de opzegtermijn worden verkort als de werknemer instemt?
Ja, de opzegtermijn kan in sommige gevallen worden verkort als de werknemer hiermee instemt. Dit moet wel schriftelijk worden overeengekomen tussen werkgever en werknemer.
Kan de opzegtermijn worden verlengd als de werkgever dat wil?
Ja, de opzegtermijn kan in sommige gevallen worden verlengd als de werkgever dat wil. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er nog belangrijke projecten of werkzaamheden zijn die moeten worden afgerond voordat de werknemer het bedrijf verlaat. Hierbij geldt wel dat de werknemer hiermee moet instemmen.
Kan de opzegtermijn worden onderbroken?
Ja, de opzegtermijn kan in sommige gevallen worden onderbroken. Dit kan bijvoorbeeld als er sprake is van ziekte tijdens de opzegtermijn. Als de werknemer dan weer beter wordt, begint de opzegtermijn opnieuw te lopen.
Conclusie
Artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek bevat de wettelijke bepalingen met betrekking tot de opzegtermijn voor een arbeidsovereenkomst. De opzegtermijn is bedoeld om zowel werkgevers als werknemers voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op het einde van de arbeidsrelatie en om beide partijen de mogelijkheid te geven om op zoek te gaan naar een nieuwe baan of een nieuwe werknemer.
Het exacte aantal dagen dat een werkgever of werknemer in acht moet nemen bij een opzegging, is afhankelijk van het aantal jaren dat de werknemer in dienst is. Bij een beëindiging met wederzijds goedvinden kan er worden afgeweken van de opzegtermijn die in de wet is vastgesteld. Als een werkgever of werknemer zich niet houdt aan de wettelijke opzegtermijn, kan dit leiden tot financiële consequenties.
Wat is mijn wettelijke opzegtermijn?
Wanneer je werkt onder een arbeidsovereenkomst, is er altijd een kans dat op een bepaald moment het dienstverband stopt. Dit kan gebeuren vanwege verschillende redenen, zoals het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, ontslag of het beëindigen van een tijdelijk contract. Bij alle vormen van dienstverbanden zijn er wettelijke opzegtermijnen vastgesteld. Deze termijnen zijn afhankelijk van de duur van het dienstverband en zijn vastgelegd in de wet- en regelgeving.
Wat is een opzegtermijn?
Een opzegtermijn is de periode die voor een dienstverband geldt tussen de aankondiging van het ontslag en de daadwerkelijke datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. Wanneer je als werknemer ontslag neemt, betekent dit dat de werkgever voldoende tijd heeft om een vervanger te vinden of om het werkschema te herschikken.
Het omgekeerde is het geval wanneer de werkgever zijn werknemer ontslaat. In dit geval geldt de opzegtermijn om ervoor te zorgen dat de werknemer voldoende tijd heeft om ander werk te vinden.
Wettelijke opzegtermijnen in Nederland
In Nederland zijn er wettelijke opzegtermijnen vastgesteld. Deze termijnen zijn vastgelegd in de wet- en regelgeving en verschillen afhankelijk van hoe lang de dienstbetrekking heeft geduurd.
– Bij een dienstverband dat korter is dan vijf jaar, geldt een opzegtermijn van minimaal één maand.
– Bij een dienstverband dat tussen de vijf en de tien jaar heeft geduurd, geldt een opzegtermijn van minimaal twee maanden.
– Bij een dienstverband dat tussen de tien en de vijftien jaar heeft geduurd, geldt een opzegtermijn van minimaal drie maanden.
– Bij een dienstverband dat langer is dan vijftien jaar, geldt een opzegtermijn van minimaal vier maanden.
In de meeste gevallen bevat een arbeidsovereenkomst ook afspraken met betrekking tot de opzegtermijn. Het is dus belangrijk om deze afspraken goed door te nemen, zodat je weet wat er van je wordt verwacht.
Afwijken van de wettelijke opzegtermijn
Werkgevers en werknemers hebben de vrijheid om in het individuele geval af te wijken van de wettelijke opzegtermijnen. Dit kan alleen als dit expliciet is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst of cao. De werkgever kan bijvoorbeeld akkoord gaan met een kortere opzegtermijn als hij snel een nieuwe werkkracht nodig heeft. Of wanneer de werkgever om economische redenen ontslag moet geven, kan hij de opzegtermijn verkorten door een beroep te doen op de Wet Werk en Zekerheid.
De werknemer daarentegen, kan de opzegtermijn juist verlengen voor persoonlijke redenen, zoals bijvoorbeeld het uitvoeren van een opdracht die hij heeft gekregen van een nieuwe werkgever die pas later kan beginnen.
Opzegtermijn voor tijdelijke contracten
Een tijdelijk contract eindigt automatisch op de einddatum die in de arbeidsovereenkomst is vastgelegd. Er is geen ontslagprocedure nodig omdat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt. Wanneer het contract niet wordt verlengd, hoeft er dus ook geen opzegtermijn in acht te worden genomen.
Bij tijdelijke contracten van zes maanden of langer die niet automatisch eindigen op de einddatum, is er wel een opzegtermijn vereist als het contract voortijdig wordt beëindigd. De opzegtermijn is dan gelijk aan de resterende tijd van de contractduur, met een maximum van vier maanden.
Opzegverboden
Er zijn bepaalde situaties waarin de werkgever de werknemer niet mag ontslaan. Dit noemen we opzegverboden. Bijvoorbeeld tijdens ziekteverzuim, tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof of bij het lidmaatschap van een vakbond.
Als de werkgever toch tot ontslag overgaat tijdens een opzegverbod, moet hij een vergoeding betalen aan de werknemer. Deze vergoeding is gelijk aan het loon dat de werknemer zou hebben ontvangen als de arbeidsovereenkomst zou zijn voortgezet gedurende de duur van het opzegverbod.
Ontslag met wederzijds goedvinden
Wanneer zowel de werkgever als de werknemer tevreden zijn met de beëindiging van het dienstverband, kan er worden gekozen voor ontslag met wederzijds goedvinden. In dit geval komen beide partijen overeen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder dat er een opzegtermijn in acht wordt genomen.
FAQ’s
1. Kan de opzegtermijn worden verkort?
Ja, werkgevers en werknemers hebben de vrijheid om in het individuele geval af te wijken van de wettelijke opzegtermijnen. Dit kan alleen als dit expliciet is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst of cao.
2. Kan de opzegtermijn worden verlengd?
Ja, de werknemer kan de opzegtermijn verlengen voor persoonlijke redenen, zoals bijvoorbeeld het uitvoeren van een opdracht die hij heeft gekregen van een nieuwe werkgever die pas later kan beginnen.
3. Hoe zit het met de opzegtermijn bij tijdelijke contracten?
Een tijdelijk contract eindigt automatisch op de einddatum die in de arbeidsovereenkomst is vastgelegd. Er is geen ontslagprocedure nodig omdat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt. Bij tijdelijke contracten van zes maanden of langer die niet automatisch eindigen op de einddatum, is er wel een opzegtermijn vereist als het contract voortijdig wordt beëindigd. De opzegtermijn is dan gelijk aan de resterende tijd van de contractduur, met een maximum van vier maanden.
4. Welke opzegtermijn geldt er bij ontslag tijdens een opzegverbod?
Als de werkgever toch tot ontslag overgaat tijdens een opzegverbod, moet hij een vergoeding betalen aan de werknemer. Deze vergoeding is gelijk aan het loon dat de werknemer zou hebben ontvangen als de arbeidsovereenkomst zou zijn voortgezet gedurende de duur van het opzegverbod.
5. Wanneer kan er worden gekozen voor ontslag met wederzijds goedvinden?
Wanneer zowel de werkgever als de werknemer tevreden zijn met de beëindiging van het dienstverband, kan er worden gekozen voor ontslag met wederzijds goedvinden. In dit geval komen beide partijen overeen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder dat er een opzegtermijn in acht wordt genomen.
Conclusie
De wettelijke opzegtermijnen zijn vastgelegd in de wet- en regelgeving en zijn afhankelijk van de duur van het dienstverband. Het is belangrijk om de afspraken over de opzegtermijn goed door te nemen in de arbeidsovereenkomst, zodat je weet wat er van je wordt verwacht. Werkgevers en werknemers hebben de vrijheid om af te wijken van de wettelijke opzegtermijnen, maar dit kan alleen als dit expliciet is overeengekomen. Bij ontslag tijdens een opzegverbod moet de werkgever een vergoeding betalen aan de werknemer. En wanneer beide partijen tevreden zijn met de beëindiging van het dienstverband, kan er worden gekozen voor ontslag met wederzijds goedvinden.
See more here: luongythuhang.com
artikel 7:672 van het burgerlijk wetboek
In dit artikel wordt onder andere bepaald dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan worden opgezegd door de werkgever of door de werknemer. Wanneer een arbeidscontract voor bepaalde tijd is aangegaan, dan loopt de overeenkomst automatisch af op de afgesproken einddatum. Voorafgaand aan het opzeggen van een arbeidsovereenkomst moet men zich aan een aantal regels houden. Hieronder leest u hier meer over.
Opzegtermijn
Voor het opzeggen van een arbeidsovereenkomst wordt een opzegtermijn in acht genomen. Deze opzegtermijn is afhankelijk van de duur van het dienstverband tussen de werkgever en de werknemer. Deze termijn kan zowel bij een ontslag door de werkgever als bij een ontslag door de werknemer verschillen. De termijn is opgebouwd uit twee delen: de wettelijke opzegtermijn en de eventueel overeengekomen opzegtermijn. De wettelijke opzegtermijn is afhankelijk van de lengte van het dienstverband en kan variëren van één maand tot vier maanden.
Ontslagvergoeding
In het geval van ontslag heeft een werknemer recht op een ontslagvergoeding als de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De werkgever kan echter besluiten om de werknemer toch een ontslagvergoeding te geven, bijvoorbeeld als blijk van waardering voor de werkzaamheden die de werknemer heeft verricht.
Rechten en plichten
Wanneer een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, hebben werkgevers en werknemers verschillende rechten en plichten. Zo heeft een werknemer het recht om na de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst nog gedurende de opzegtermijn werkzaamheden te verrichten en heeft hij recht op een eindafrekening. Een werkgever heeft op zijn beurt onder andere de plicht om het loon van de werknemer door te betalen tijdens de opzegtermijn en om bij ontslag de transitievergoeding te betalen als de werknemer langer dan twee jaar in dienst is geweest.
FAQs
Hieronder hebben we enkele veelgestelde vragen over artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek voor u opgesomd:
Wat is de opzegtermijn bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd?
Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is geen opzegtermijn van toepassing, omdat de overeenkomst automatisch eindigt op de afgesproken einddatum.
Wat is de boete bij het niet in acht nemen van de opzegtermijn?
Er is geen sprake van een boete bij het niet in acht nemen van de opzegtermijn. Wel kan de partij die zich niet aan de opzegtermijn heeft gehouden worden aangesproken op schadevergoeding.
Hoe hoog is de transitievergoeding?
De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van het aantal dienstjaren en het bruto maandsalaris van de werknemer. Voor de eerste tien dienstjaren bedraagt de transitievergoeding een derde maandsalaris per dienstjaar. Voor dienstjaren na de eerste tien bedraagt de transitievergoeding een half maandsalaris per dienstjaar.
Is een werkgever verplicht om een ontslagvergoeding te betalen?
Een werkgever is alleen verplicht om een ontslagvergoeding te betalen wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De werkgever kan echter besluiten om de werknemer toch een ontslagvergoeding te geven, bijvoorbeeld als blijk van waardering voor de werkzaamheden die de werknemer heeft verricht.
Moet een werknemer verplicht meewerken aan een beëindigingsovereenkomst?
Een werknemer is niet verplicht om mee te werken aan een beëindigingsovereenkomst. Het is wel verstandig om samen met de werkgever tot een oplossing te komen, in plaats van een conflict te laten ontstaan.
Conclusie
Artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek regelt de opzegtermijn, ontslagvergoeding en het opzeggen van arbeidscontracten. Wanneer werkgevers en werknemers zich aan de voorwaarden in dit artikel houden, verloopt de beëindiging van een arbeidscontract op een correcte wijze. Het is belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de regels omtrent het opzeggen van een arbeidsovereenkomst, zodat onnodige conflicten worden voorkomen. Wanneer er toch onenigheid ontstaat, is het verstandig om een deskundige jurist in te schakelen.
boek 7 bw
So, in this article, we will delve into the Boek 7 BW and provide a detailed explanation of its provisions. Also, we will include a Frequently Asked Questions (FAQs) section at the end to answer any queries that readers may have.
Key principles of Boek 7 BW
The Boek 7 BW lays down the rules for various aspects of civil law, including contractual obligations, sale and purchase of goods, and rental agreements. One of the key principles of the Boek 7 BW is the principle of freedom of contract, which means that parties are generally free to negotiate and agree on the terms of their contract.
However, this principle is subject to certain limitations, such as legal restrictions and public policy considerations. These limitations are designed to ensure that the contract is fair and that it does not violate any fundamental principles of Dutch law.
Another key principle of the Boek 7 BW is the principle of good faith, which requires parties to act honestly and reasonably towards each other. This principle applies to both the negotiation and performance of the contract. Under this principle, each party is required to disclose any information that is relevant to the contract and to act in a way that does not unfairly disadvantage the other party.
The Boek 7 BW also includes provisions relating to the transfer of ownership and the rights and obligations that arise as a result of this transfer. For example, it sets out the rules relating to the sale and purchase of goods, including the responsibilities of the buyer and seller.
Similarly, the Boek 7 BW includes provisions relating to rental agreements. These provisions lay down the obligations of both the landlord and the tenant and set out the procedures for termination and renewal of the agreement.
Overall, the key principles of the Boek 7 BW are designed to ensure that civil law in the Netherlands is fair, transparent, and consistent.
Important provisions of Boek 7 BW
As mentioned earlier, the Boek 7 BW covers a wide range of legal issues, from contractual obligations to sale and purchase of goods, and rental agreements. Below we have highlighted some of the key provisions of the Boek 7 BW.
1. The obligation to perform
Under the Boek 7 BW, parties to a contract are obliged to perform their obligations in accordance with the terms of the agreement. This means that each party is required to fulfil their side of the bargain, and failure to do so may lead to legal remedies.
For example, if a seller fails to deliver goods in accordance with the agreed terms, the buyer may be entitled to seek damages or termination of the contract.
2. Consumer protection
The Boek 7 BW includes provisions that aim to protect consumers in commercial transactions. For example, it sets out rules governing the provision of information to consumers and the rights of consumers to withdraw from contracts within a specified period.
Similarly, it provides for statutory warranties in relation to goods sold to consumers. These warranties give consumers certain rights in the event that the goods are defective or do not conform to the agreed specifications.
3. Transfer of ownership
The Boek 7 BW sets out the rules relating to the transfer of ownership of goods. These rules determine when the ownership of goods transfers from the seller to the buyer and outline the rights and obligations of both parties as a result of this transfer.
4. Rental agreements
The Boek 7 BW includes provisions relating to rental agreements. These provisions set out the rights and obligations of both the landlord and the tenant and lay down the procedures for termination and renewal of the agreement.
5. Sale and purchase of goods
The Boek 7 BW sets out the key principles governing the sale and purchase of goods. These principles include the obligations of the buyer and seller, such as the obligation to deliver or take delivery of the goods, and the procedures for payment and transfer of ownership.
FAQs
1. What legal issues does the Boek 7 BW address?
The Boek 7 BW covers a wide range of issues in civil law, including contractual obligations, sale and purchase of goods, rental agreements, and consumer protection.
2. What is the principle of freedom of contract?
The principle of freedom of contract means that parties are generally free to negotiate and agree on the terms of their contract. However, this principle is subject to certain limitations, such as legal restrictions and public policy considerations.
3. What is the principle of good faith?
The principle of good faith requires parties to act honestly and reasonably towards each other. This principle applies to both the negotiation and performance of the contract.
4. What are the obligations of the landlord and the tenant under the Boek 7 BW?
The Boek 7 BW sets out the obligations of both the landlord and the tenant in a rental agreement. These obligations include the payment of rent, maintenance of the property, and compliance with any other terms of the agreement.
5. What are the remedies available to a party in the event of a breach of contract?
In the event of a breach of contract, the non-breaching party may be entitled to seek legal remedies, such as damages or termination of the contract. The available remedies will depend on the nature and severity of the breach.
Images related to the topic artikel 7 672 burgerlijk wetboek

Article link: artikel 7 672 burgerlijk wetboek.
Learn more about the topic artikel 7 672 burgerlijk wetboek.
- Artikel 7:672 BW – Opzegtermijn arbeidsovereenkomst
- Artikel 672 Burgerlijk Wetboek Boek 7 – Maxius.nl
- Opzeggen – BVDV
- Ik wil ontslag nemen. Wat is mijn opzegtermijn? | Rijksoverheid.nl
- Ontslagrecht – Surplus
- Ontslag op staande voet – Ten Holter Noordam advocaten
- Burgerlijk Wetboek Boek 7 | Artikel 672
- Burgerlijk Wetboek Boek 7 – Wetten.nl – Overheid.nl
- Opzegtermijn arbeidsovereenkomst – welke termijn geldt?
- Opzegtermijn | Artikel 7:672 BW – FlexNieuws
- Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, Opzegtermijn bij
- Opzegtermijn – AWVN
- Opzeggen – BVDV
- Schema opzegtermijnen art 7 672 BW – Studeersnel
See more: https://luongythuhang.com/blog